Toen ik in Rotterdam werkte had ik het blad van de N.V.S.H. "Verstandig Ouderschap"
regelmatig gelezen. Tegen het verbod van de kerk in. Zelfs had ik er een ingezonden
brief naar geschreven die in de jaren vijftig aanleiding gaf tot vele reacties. Ik
had in die ingezonden brief de kerkelijke leer verdedigd die gemeenschap vóór het
huwelijk verbood. Twee weken later, het blad verscheen om de veertien dagen, werd
mijn brief in extenso afgedrukt. In de daarop volgende afleveringen kwamen er reacties
van: "Hub Gulickx heeft gelijk en Hub Gulinckx heeft geen gelijk." Ik was blij dat
mijn naam verkeerd was gespeld. Stel dat mijn ouders zouden vernemen dat ik schreef
in een blad dat ik volgens de pastoor niet eens mocht lezen. De nieuwe moraal werd
gesteund door de menswetenschappen die een eigenstandige plaats gingen innemen. Zo
leerde de ontwikkelingspsychologie dat de masturbatie een gezonde fase was in de
ontwikkeling van kind tot man of vrouw. In de lessen van pastoraal-theologie kregen
wij van Walter de Bont een andere kijk op de homosexualiteit. Met al deze kennis
en ervaringen vertrok ik naar Venlo om daar in de "zware biechtstoel" de opgedane
kennis in de praktijk te brengen. In een vorig hoofdstuk heb ik al eens verteld hoe
overweldigend die ervaring was om als biechtvader te luisteren naar de levensverhalen
van de penitenten. In die belijdenissen nam de beleving van de seksualiteit een bijna
alles beheersende plaats in. Het niet aandachtig bidden, te laat in de kerk komen,
werken op zondag, vlees eten op vrijdag, het was dikwijls de aanloop voor de zonde
tegen het zesde en negende gebod. In de eerste jaren van mijn werken in Venlo mochten
wij twee maal per jaar terug naar het Albertinum in Nijmegen. Om daar een week door
Walter de Bont te worden bijgeschoold in pastorale gesprekken en pastorale hulpverlening.
Dat waren zeer vruchtbare weken voor mij. Van huis uit ben ik een prater en reageer
primair. Walter de Bont leerde mij luisteren. "Hub," zei Walter, 'Je moet je mond
houden. Je moet de ander laten vertellen en op de eerste plaats aandachtig luisteren.
In de verhalen van de hulpvrager komen de vragen geleidelijk naar boven. Je moet
door je luisterhouding de ander gelegenheid geven zich te openbaren." Met die goede
raad in het achterhoofd heb ik in de biechtstoel en in de spreekkamer geluisterd
naar de mensen. Ik weet nog heel goed hoe blij ik was toen ik de goede effecten zag
van die luisterhouding. Ik leerde zelf heel veel van de penitenten en de hulpvragers.
Het was tussen de cliënten en mij, in de biechtstoel en op de spreekkamer een proces
van ontvangen en geven. Het ontvangen was, in mijn ogen, en dat meen ik oprecht,
veel overvloediger. Ik leerde hoe binnen het huwelijk de beleving van de sexualiteit,
de lust, zowel voor de mannen en zeker voor de vrouwen. een obstakel was in de relatie.
Vanuit mijn eigen ervaring kon ik de problemen invoelen. Bij de cursussen als voorbereiding
op het huwelijk kon ik die eigen ervaring inbrengen. In de zestiger jaren konden
wij heel open over geboorteregeling, over lust en lichamelijkheid spreken. De kerk
was toen een kerk met een menselijk gezicht. Wij mochten ook de benepenheid en de
angstverwekkende houding van de officiële kerk aan de kaak stellen. Hoewel de sexualiteit
van vrouwen openlijk erkend werd was de sociaal aanvaarde expressie daarvan beperkt
gebleven tot het huwelijksbed. Een net meisje wilde eigenlijk geen sex, maar kon
verleid worden. In de zestiger jaren verdween de beperking op geslachtsverkeer voor
meisjes. De pil kwam de bevrijding brengen. De meisjes begonnen te genieten van die
bevrijding die tot dan toe alleen voor de jongens bestond. De meisjes wilden even
graag seks als de jongens. De enige vraag was of zij het met die of die jongen wilden
doen. Jonge mensen gingen samenwonen en liepen met hun sexualiteit te koop voor de
geschokte en verwonderde ogen van hun ouders. In "Confrontatie" een conservatief
katholiek blad, ben ik eens afgeschilderd als bederver van de jeugd. Alsof ik door
mijn lesgeven en pastoraal werk een van de oorzaken zou zijn geweest van de veranderingen
in de sexuele gedragsnormen van de jongeren. Die veranderingen voltrokken zich buiten
de kerkelijke invloed om. Ik hoorde er evenzeer van op als de verwonderde en soms
geschokte ouders.